Terug Naar Huis by Tim Koehoorn Lyrics
Het was een koude januariavond in Tilburg
Zo een waarop je bijna de sterren kan zien
Straks zou ik teruggaan naar de Betuwe
Ik zou een keer of twee over moeten stappen maar dat was geen probleem, ik beheers het OV
Ik ben altijd degene in de groep die kijkt op 9292
Dus ik ging zitten in de trein met m'n gitaar in m'n tas
Als een hotelburger netjes in de tweede klas (In de stiltecoupé)
Nijmegen, niet vergeten uit te checken
Overstappen, overstappen, overstappen
Ik werd wakker gemaakt door intercity licht in een verlaten trein
Met de deuren dicht
Oh god ik hoopte van niet, maar ik wist van wel
Damocles was mijn reisgezel
Ik vergeet de situatie, maar ontweek evaluatie
Als ik keek uit het raam werd het waar gebeurd
Was dat gevoel dat je krijgt als je iemand moet bellen
Wanneer je helemaal geen zin hebt om diegene te bellen
Maar er is geen goede smoes om niet diegene te bellen
Dus ik keek uit het raam, ik keek uit het raam
Zwolle, hoe sliep ik tot Zwolle
Dit is dus waarop ik 's ochtends zeven wekkers zet
Zwolle, hoe sliep ik tot Zwolle
Om één uur 's nachts was ik op station Zwolle
Ik trok mijn tassen als pasgeborene en liep naar de deur om te ontkomen aan mijn lot
Wat die duur kennelijk niet accepteerde aangezien hij het drukken van de knop negeerde, waarna ik het bij drie nieuwe deuren probeerde en langzamerhand realiseerde
Alles zat op slot en ik werd het zat dus ik belde 112 want je moet toch wat
"Ja met mij, 112 niemand ligt dood te gaan, ik heb alleen eer zeer onpraktisch dutje gedaan"
En de spoorwegpolitie kwam me bevrijden met de vraag of ik in slaap gevallen was
Ik deed maar alsof ik geen Nederlands sprak
"Rijden er nog treinen?"
"Nee"
"Lijkt het te gaan vriezen?"
"Ja"
Ik liep een hotel in waar ik meteen nee schuddend begroet werd
Een ander hotel had grande in de naam
Dus dan ben ik weg
Ik liep de stad in (Ik was weg)
Ik zag m'n adem (Ik was weg)
Ik voelde me verdwaalder dan een eend in een vulkaan (Ik was weg)
De wind was ijzer (Ik was weg)
Geen auto reed nog (Ik was weg)
Ik dacht dat ik Guus Meeuwis met een Brabant plot begreep
Twee uur 's nachts
Ineens
Leeg mobiel
Ineens
Google Maps had me verraden
Waar kon ik heen om nu nog te slapen?
Supersonisch ging ik af
Op het geluid van de stad
Naar gekletter bij de snackmuur
En nabij het terras (Waar kan ik mezelf verwarmen?)
Gelukkig zie je Zwolle vaak in reisbrochures als een stad met mondiale allures
Dus hoe kon het ook anders in deze metropool?
Ik zag Café Hawaii
Een palmboom in de etalage (etalage)
En ik zag Café Hawaii
Dat was een, uh, dönerzaak
Met het doordachte excuus van een broodje kroket
Viel mijn oog op een tafel, dus die werd bezet
Ik pakte maar m'n laptop
Je bent ZZP of niet
De uren verstreken alhoewel ze langer bleken
En nieuwsgrierige bezoekers die m'n laptop bekeken legde ik met liefde uit, hoe slaap meer kapot maakt dan je lief is
Ik dacht wat ik op ieder feestje denk
Ik had thuis kunnen zijn
Ik dacht wat ik op ieder feestje denk
Ik had thuis kunnen zijn
Om half vijf was het sluitingstijd
Ik bevreesde van buiten bevriezen
Je had me niet begraven in een kist maar gedwongen voor een ijsblokjestray moeten kiezen
En de eigenaar had mij gehoord toen ik over mijn avond vertelde
Hij tikte me op m'n schouder aan en zei: "Sneue jongen, jij mag tot de treinen gaan hier blijven, om niet in de kou te staan", "Sneue jongen, jij mag tot de treinen gaan hier blijven, om niet in de kou te staan"
Sneue jongen, jij mag tot de treinen gaan hier blijven, om niet in de kou de staan (3x)
Dus ik dronk thee in een gesloten dönerzaak om vijf uur 's nachts in Zwolle
We praatten over Apple, over criminal minds, over stereotypering en brandstofaccijns
Ik zei: "Om tien voor zes gaan de treinen weer, ik hoop niet echt op een volgende keer, maar ik laat online nog wel een positieve recensie achter op Google"
En geloof me
Vijf sterren zijn niet genoeg
In de stationshal in het ochtendlicht
Zag ik een piano staan
Ik stapte ernaar toe
Ik reisde naar-
Zo een waarop je bijna de sterren kan zien
Straks zou ik teruggaan naar de Betuwe
Ik zou een keer of twee over moeten stappen maar dat was geen probleem, ik beheers het OV
Ik ben altijd degene in de groep die kijkt op 9292
Dus ik ging zitten in de trein met m'n gitaar in m'n tas
Als een hotelburger netjes in de tweede klas (In de stiltecoupé)
Nijmegen, niet vergeten uit te checken
Overstappen, overstappen, overstappen
Ik werd wakker gemaakt door intercity licht in een verlaten trein
Met de deuren dicht
Oh god ik hoopte van niet, maar ik wist van wel
Damocles was mijn reisgezel
Ik vergeet de situatie, maar ontweek evaluatie
Als ik keek uit het raam werd het waar gebeurd
Was dat gevoel dat je krijgt als je iemand moet bellen
Wanneer je helemaal geen zin hebt om diegene te bellen
Maar er is geen goede smoes om niet diegene te bellen
Dus ik keek uit het raam, ik keek uit het raam
Zwolle, hoe sliep ik tot Zwolle
Dit is dus waarop ik 's ochtends zeven wekkers zet
Zwolle, hoe sliep ik tot Zwolle
Om één uur 's nachts was ik op station Zwolle
Ik trok mijn tassen als pasgeborene en liep naar de deur om te ontkomen aan mijn lot
Wat die duur kennelijk niet accepteerde aangezien hij het drukken van de knop negeerde, waarna ik het bij drie nieuwe deuren probeerde en langzamerhand realiseerde
Alles zat op slot en ik werd het zat dus ik belde 112 want je moet toch wat
"Ja met mij, 112 niemand ligt dood te gaan, ik heb alleen eer zeer onpraktisch dutje gedaan"
En de spoorwegpolitie kwam me bevrijden met de vraag of ik in slaap gevallen was
Ik deed maar alsof ik geen Nederlands sprak
"Rijden er nog treinen?"
"Nee"
"Lijkt het te gaan vriezen?"
"Ja"
Ik liep een hotel in waar ik meteen nee schuddend begroet werd
Een ander hotel had grande in de naam
Dus dan ben ik weg
Ik liep de stad in (Ik was weg)
Ik zag m'n adem (Ik was weg)
Ik voelde me verdwaalder dan een eend in een vulkaan (Ik was weg)
De wind was ijzer (Ik was weg)
Geen auto reed nog (Ik was weg)
Ik dacht dat ik Guus Meeuwis met een Brabant plot begreep
Twee uur 's nachts
Ineens
Leeg mobiel
Ineens
Google Maps had me verraden
Waar kon ik heen om nu nog te slapen?
Supersonisch ging ik af
Op het geluid van de stad
Naar gekletter bij de snackmuur
En nabij het terras (Waar kan ik mezelf verwarmen?)
Gelukkig zie je Zwolle vaak in reisbrochures als een stad met mondiale allures
Dus hoe kon het ook anders in deze metropool?
Ik zag Café Hawaii
Een palmboom in de etalage (etalage)
En ik zag Café Hawaii
Dat was een, uh, dönerzaak
Met het doordachte excuus van een broodje kroket
Viel mijn oog op een tafel, dus die werd bezet
Ik pakte maar m'n laptop
Je bent ZZP of niet
De uren verstreken alhoewel ze langer bleken
En nieuwsgrierige bezoekers die m'n laptop bekeken legde ik met liefde uit, hoe slaap meer kapot maakt dan je lief is
Ik dacht wat ik op ieder feestje denk
Ik had thuis kunnen zijn
Ik dacht wat ik op ieder feestje denk
Ik had thuis kunnen zijn
Om half vijf was het sluitingstijd
Ik bevreesde van buiten bevriezen
Je had me niet begraven in een kist maar gedwongen voor een ijsblokjestray moeten kiezen
En de eigenaar had mij gehoord toen ik over mijn avond vertelde
Hij tikte me op m'n schouder aan en zei: "Sneue jongen, jij mag tot de treinen gaan hier blijven, om niet in de kou te staan", "Sneue jongen, jij mag tot de treinen gaan hier blijven, om niet in de kou te staan"
Sneue jongen, jij mag tot de treinen gaan hier blijven, om niet in de kou de staan (3x)
Dus ik dronk thee in een gesloten dönerzaak om vijf uur 's nachts in Zwolle
We praatten over Apple, over criminal minds, over stereotypering en brandstofaccijns
Ik zei: "Om tien voor zes gaan de treinen weer, ik hoop niet echt op een volgende keer, maar ik laat online nog wel een positieve recensie achter op Google"
En geloof me
Vijf sterren zijn niet genoeg
In de stationshal in het ochtendlicht
Zag ik een piano staan
Ik stapte ernaar toe
Ik reisde naar-