Jan-Willem by TARDIZ Lyrics
Jan-Willem heeft het voor elkaar
Twee kinderen, een huis, een vette baan
Om acht uur op, ontbijt staat klaar
Stropdas goed. Even voor de spiegel staan
Dan de auto in de rij
Op kantoor hangt hij de pias uit
Zijn collega’s vrolijk, z’n klanten blij
Het leven lacht hem toe. Hij kijkt vooruit
Jan-Willem overlegt, vergadert en beslist
Een lucratieve deal is in de maak
Hij overtuigt, is efficiënt
Onbetwist is hij zeker van zijn zaak
Hij zou het weer zo doen
Niet voor dе lol, maar gewoon voor de poen
Hеt ontbreekt hem aan niets
Tot de avond valt, dan flikkert er iets
Als de stilte valt, de dag is moe
De waan die stokt, de twijfel toe
Hoort hij het door alles heen
Zijn hoofd dat zegt: “Je bent alleen.”
Nonchalant staat Jan-Willem klaar
Hij heeft zijn sores, maar laat ze begaan
De hoop is vol, zijn tas is zwaar
Een weekend weg. Ze komen eraan
Hijst zich in zijn Gaastrajack
Met vrienden samen een goed gesprek
De wijn op tafel, ‘t is een feest
Het leven is nog nooit zo goed geweest
Als de avond valt, de dag is moe
De waan die stokt, de twijfel toe
Hoort hij het door alles heen
Zijn hoofd dat zegt: “Je bent alleen.”
De stilte blijkt een grote last
Laat het toch niet merken!
Dus houdt hij zich krampachtig vast
Aan morgen, want dan gaat hij gewoon weer werken
Twee kinderen, een huis, een vette baan
Om acht uur op, ontbijt staat klaar
Stropdas goed. Even voor de spiegel staan
Dan de auto in de rij
Op kantoor hangt hij de pias uit
Zijn collega’s vrolijk, z’n klanten blij
Het leven lacht hem toe. Hij kijkt vooruit
Jan-Willem overlegt, vergadert en beslist
Een lucratieve deal is in de maak
Hij overtuigt, is efficiënt
Onbetwist is hij zeker van zijn zaak
Hij zou het weer zo doen
Niet voor dе lol, maar gewoon voor de poen
Hеt ontbreekt hem aan niets
Tot de avond valt, dan flikkert er iets
Als de stilte valt, de dag is moe
De waan die stokt, de twijfel toe
Hoort hij het door alles heen
Zijn hoofd dat zegt: “Je bent alleen.”
Nonchalant staat Jan-Willem klaar
Hij heeft zijn sores, maar laat ze begaan
De hoop is vol, zijn tas is zwaar
Een weekend weg. Ze komen eraan
Hijst zich in zijn Gaastrajack
Met vrienden samen een goed gesprek
De wijn op tafel, ‘t is een feest
Het leven is nog nooit zo goed geweest
Als de avond valt, de dag is moe
De waan die stokt, de twijfel toe
Hoort hij het door alles heen
Zijn hoofd dat zegt: “Je bent alleen.”
De stilte blijkt een grote last
Laat het toch niet merken!
Dus houdt hij zich krampachtig vast
Aan morgen, want dan gaat hij gewoon weer werken